Skip to content Skip to footer

Kan de hoofdelijke aansprakelijkheid van architect en aannemer in geval van stabiliteitsbedreigende gebreken contractueel uitgesloten worden? Het Hof van Cassatie schept duidelijkheid.

Zowel de aannemer als de architect zijn gedurende tien jaar aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van een gebrek (de al dan niet zichtbaarheid ervan is niet relevant) dat de stabiliteit van het gebouw in gedrang brengt. (art. 1792 B.W. en art. 2270 B.W.)

Zie artikel 1792 B.W. :

Indien een gebouw dat tegen vaste prijs is opgericht, geheel of gedeeltelijk teniet gaat door een gebrek in de bouw, zelfs door de ongeschiktheid van de grond, zijn de architect en de aannemer daarvoor gedurende tien jaren aansprakelijk.

Het is uiteraard niet uitgesloten dat dergelijk gebrek het gevolg is van een fout van zowel de architect (bv. fout in concept of controle) als van de aannemer (uitvoeringsfout).

In dat geval kan de Rechter besluiten tot een aansprakelijkheid ‘in solidum’. De bouwheer kan dan beiden aanspreken om vergoeding te bekomen ofwel enkel de architect ofwel enkel de aannemer en dit voor de gehele schade. De architect of de aannemer die de totale schade heeft vergoed, kan dan vervolgens zélf bij de andere aankloppen om een deel van de schade terug te vorderen.

Het ‘in solidum’ karakter beschermt de bouwheer. Indien vb. de aannemer failliet wordt verklaard, zal de bouwheer immers nog steeds zijn integrale schade vergoed kunnen zien door de architect.

Precies om dit te vermijden nemen architecten en aannemers in hun contract met de bouwheer vaak een artikel op waarmee de ‘in solidum’ aansprakelijkheid wordt uitgesloten. Het beding beoogt dat ze slechts moeten instaan voor het deel van de schade dat in proportie staat tot hun aandeel in de fout.

Er bestond al geruime tijd betwisting of dergelijke clausule wel geldig kan zijn. De tienjarige aansprakelijkheid (1792 B.W.) raakt immers aan de openbare orde en kan niet uitgehold of beperkt worden door een contractueel beding

De meerderheid van de rechtspraak besloot niettemin tot het rechtsgeldig karakter van dergelijk beding en volgens deze visie wordt de tienjarige aansprakelijkheid er niet door uitgehold maar enkel contractueel beperkt tot het respectievelijke aandeel.

In haar arrest van 5 september 2014 maakte het Hof van Cassatie, in strijd met de lagere rechtspraak, komaf met deze betwisting en oordeelde dat noch de architect noch de aannemer een in solidum aansprakelijkheid contractueel kan uitsluiten of beperken.

Het is derhalve meer dan ooit opportuun om met dit principe-arrest rekening te houden bij de redactie van het contract tussen architect-bouwheer en aannemer-bouwheer, meer bepaald bij de precieze omschrijving van de respectievelijke verbintenissen en daarbij horende afbakening van de verschuldigde waarborgen.

Bart Quanten en Dirk Vandecasteele

Advocaten