Skip to content Skip to footer

DE STRIJD TUSSEN STIEFOUDER EN STIEFKIND

OF : Hoe ver men kan gaan om kinderen te onterven ten voordele van de nieuwe echtgenote?

Een man die reeds vier kinderen had uit een vorig huwelijk , en een vrouw die reeds een zoon had, huwden in …….. onder het ………….. wettelijk stelsel van scheiding van goederen. In 1988 wijzigt het ………….. huwelijksvermogensrecht  en verandert van een stelsel van scheiding van goederen naar een stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten. Deze wijziging had als gevolg dat de huwelijkse aanwinsten van het echtpaar vanaf 1988 in een gemeenschappelijk vermogen terechtkomen. In 1994 koopt het echtpaar een in België gelegen bouwgrond aan. Dit perceel en de hierop opgerichte gezinswoning zijn huwelijkse aanwinsten en behoren tot het gemeenschappelijk vermogen. In 2000 verneemt het koppel de wijziging van hun wettelijk huwelijksvermogensstelsel.

Ze besluiten uit de echt te scheiden. In de echtscheidingsregeling (EOT) worden aan elk van hen de goederen toebedeeld die volgens de echtgenoten uitsluitend aan de ene of aan de andere toebehoorden. De man krijgt de wagen en de vrouw de gezinswoning in volle eigendom. In november 2001 huwen de betrokkenen opnieuw onder het stelsel van de scheiding van goederen. Kort daarop overlijdt de man. De kinderen van de man treffen bij het overlijden van hun vader een nalatenschap aan die niet overeenstemt met hun verwachtingen. Het komt tot een gerechtelijke procedure vereffening-verdeling.

Een testament werd bovendien opgesteld om de nalatenschap van de vader maximaal over te dragen aan de tweede echtgenote die als algemeen legataris werd aangesteld. De (beperkte) nalatenschap diende aldus verdeeld te worden à rato van ¼ in volle eigendom aan de echtgenote plus ¾ in vruchtgebruik en aan de vier kinderen uit het eerste huwelijk à rato van ¾ in naakte eigendom.

De kinderen stelden hun vordering in geveinsdverklaring om de rechtsgevolgen van de echtscheidingsregeling te ontbinden.

Zij argumenteerden dat het de bedoeling was van de erflater om zijn vermogen te laten overgaan naar zijn tweede echtgenote met bewuste benadeling van de kinderen uit het eerste huwelijk gezien van bij aanvang van de echtscheidingsprocedure blijkbaar de wil vaststond om hun huwelijkse staat te behouden. Zij stellen namelijk dat er een verborgen afspraak bestond om nadien onmiddellijk te huwen onder het stelsel van scheiding van goederen.

De rechtbank aanvaardde deze vordering hetgeen tot gevolg had dat de erflater geacht wordt gehuwd te zijn onder het wettelijk stelsel naar ………… recht zonder huwelijkscontract, zijnde een stelsel van gemeenschap van aanwinsten.

De rechtbank was immers van oordeel dat een moedwillige aantasting van de reservataire aanspraken van de niet gemeenschappelijke kinderen ten gunste van de langstlevende echtgenoot onaanvaardbaar was en verwierp de EOT constructie als geveinsd.

René KUMPEN