Skip to content Skip to footer

Enkele praktijkgevallen uit de rechtspraak

– “De aannemer van schilderwerken is geen slaafse uitvoerder, hij moet zich om goed werk te kunnen afleveren, vooraf vergewissen van de toestand en de staat van de materialen waarop hij de schilderwerken zal uitvoeren en of het werk dat de bouwheer verlangt, volgens de regels van de schilderkunst en met het daarbij gewenste resultaat, kan uitgevoerd worden. Wanneer de aannemer van schilderwerken vaststelt dat de ondergrond, waarop hij zou moeten schilderen, niet beantwoordt aan de norm, dan dient hij hiervan voorafgaand aan het aanvatten van de werken, de bouwheer op de hoogte te stellen (informatieplicht). Het is pas wanneer de bouwheer, ondanks de informatie die hem door de aannemer is verstrekt, toch verlangt dat de werken worden uitgevoerd zonder bijkomende voorzorgen, dat de aannemer geen tekortkoming in de informatieplicht kan ten kwade geduid worden.”

– “Na schilderwerken in een ondergrondse ruimte ontstond schade door abnormale vochtigheid en het geforceerd drogen van de ruimte met een luchtdroger. De kwaliteit van de schilderwerken is niet de oorzaak van de schade, maar de aannemer van de schilderwerken had de werken moeten weigeren of had moeten wijzen op de mogelijke nutteloosheid ervan. Aangezien hij dit laatste niet heeft gedaan, is hij te kort geschoten aan zijn informatieplicht, en is hij voor 20% aansprakelijk. De opdrachtgever was op de hoogte van de hoge vochtigheid en diende zich eveneens bewust te zijn van de mogelijke nutteloosheid van de werken. Hij is voor de overige 80% aansprakelijk.”

Dirk Vandecasteele – Gert Damiaans – Bart Quanten